Algemene beginselen van behoorlijk bestuur normeren overheidshandelen, ook in Zandvoort!

Datum : 12.11.2018 17:13:25
Door : Michiel de Groote

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur normeren overheidshandelen, ook in Zandvoort!

De watertoren in Zandvoort (mooi gelegen aan de kust) staat al jaren te verpieteren. Zie hierover bijvoorbeeld een recent artikel in het NRC Handelsblad. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/10/15/verpieterd-icoon-verdeelt-zandvoort-a2521900

Na verschillende pogingen heeft de gemeente opnieuw getracht om de herontwikkeling vorm te geven. Zij besloot een zogenoemd participatieproces te starten. Drie architectenbureaus mochten hun plannen voor herontwikkeling presenteren aan de gemeenteraad. Uiteindelijk kreeg het bureau Springtij met één puntje meer dan het bureau AG de voorkeur. Daar was AG het niet mee eens, waarna een kort geding aanhangig werd gemaakt. Het handelen van de gemeente is getoetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Waarna de gemeente behoorlijk nat ging. Cynici zouden kunnen zeggen dat dit wel past in het politieke drama dat zich al jarenlang afspeelt rond de Zandvoortse watertoren. Het juridisch kader is duidelijk omschreven in r.o. 4.2 van het vonnis:

“4.2 (…) Daartoe behoort dat besluiten behoorlijk en zonder vooringenomenheid worden voorbereid en- gegeven de omstandigheid dat het hier gaat om een keuzeprocedure- dat de beginselen van gelijke behandeling, objectiviteit en transparantie worden nageleefd (Hof ’s-Gravenhage, 26 oktober 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BO2080). Het beginsel van gelijke behandeling vereist dat alle inschrijvers bij het opstellen van hun voorstel dezelfde kansen krijgen. Het transparantiebeginsel strekt ertoe te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur wordt uitgesloten. Uit beide beginselen vloeit ook voort dat inschrijvers, mede met het oog op een goede controle achteraf, vanaf het begin een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaats heeft.”

Bij de beoordeling windt de rechter er geen doekjes om, zoals blijkt uit r.o. 4.6: 

“(…) Dat geldt ook voor zover het betreft de advisering door wethouders aan de gemeenteraad met het oog op de door deze te nemen besluiten. Die norm houdt ook in dat schijn van vooringenomenheid moet worden vermeden. Vastgesteld moet worden dat de wijze van optreden van wethouder [A.] strijdig is met die norm. Ook de voorzieningenrechter kan niet uitsluiten dat het mogelijke gebrek aan onvooringenomenheid bij de wethouder invloed heeft gehad op de ambtelijke beoordeling die tot benadeling van AG kan hebben geleid. In dit verband verdient opmerking dat AG in die beoordeling slechts één punt minder heeft gescoord dan Springtij, terwijl op die score in ieder geval op volgende punten wel is af te dingen.”

Meerdere overwegingen later volgt het eindoordeel:

“4.12 Des slotsom van al het voorgaande is dat de beoordeling van het plan van AG door de gemeente in strijd is met het beginsel van een zorgvuldige voorbereiding van het besluit, alsmede met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel en op die grond jegens AG onrechtmatig is.”

Het participatieproces moet daarom opnieuw. Het vonnis, uitgesproken op 20 juli 2018 (ECLI:NL:RBNHO:2018:7142), geeft maar weer eens aan dat bestuursorganen meer aandacht moeten hebben voor de beginselen waaraan zij zich moeten houden. Hierna de link naar het vonnis. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2018:7142

Michiel de Groote

(Photo by Lars on Unsplash)

Terug