OPINIE: De bestuursrechter en de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen

Datum : 29.01.2019 23:21:35
Door : Michiel de Groote

OPINIE: De Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen en de bestuursrechter

In december vorig jaar blogde ik over de Wet dwangsom niet tijdig beslissen (Wet dwangsom). Deze wet is bijna tien jaar oud en bedoeld als stok achter de deur voor bestuursorganen om op tijd besluiten te nemen. Lukt dat laatste niet, dan moet het bestuursorgaan tegenwoordig maximaal  1.440,- aan dwangsommen betalen aan de gedupeerde. Mijn kritiek houdt in dat deze wet niet doeltreffend is en misbruik in de hand werkt. Mijn oproep aan de wetgever is om de wet eenvoudigweg in te trekken. https://michieldegroote.nl/blog.aspx?blguid=12b36fa5-e2b6-4409-90af-e6acc03c55b5

In het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB) verscheen deze maand een opiniestuk van T. Kortmann over dit onderwerp (NTB 2019/1). Begrijp ik het goed, dan komt zijn boodschap kort gezegd neer op het volgende. Los van de dwangsom is het mogelijk om tegen het uitblijven van een besluit beroep bij de bestuursrechter in te stellen. Het duurt in de praktijk echter maanden (drie tot vijf) voordat er een uitspraak komt van de bestuursrechter. Door het inplannen van een mondelinge behandeling raakt veel tijd verloren. Dat is onnodig, gelet op artikel 8:55b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) – speciaal ingevoerd vanwege de Wet dwangsom. Die bepaling zegt dat dit soort zaken in principe zonder zitting worden afgedaan en binnen acht weken een uitspraak volgt. Kortom, de Wet dwangsom helpt lang niet altijd om snel een besluit te verkrijgen, terwijl de bestuursrechter op zijn beurt de tijd neemt om een bestuursorgaan via een uitspraak te dwingen tot een besluit.

Dit is op zich een begrijpelijk punt. Eenvoudige rechtszaken waarin het beroep kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk is, worden bijvoorbeeld ook zonder zitting  afgedaan (zie artikel 8:54 lid 1 Awb). Bovendien zijn er in het rechtsprakenregister meerdere voorbeelden van zaken over niet tijdig beslissen die zonder zitting zijn behandeld. De uitspraken in die zaken zijn binnen de wettelijke termijn gedaan. Toch kunnen er omstandigheden zijn die maken dat de rechter een zitting nodig acht. Artikel 8:55b lid 1 Awb biedt daartoe expliciet de mogelijkheid. De rechter is overigens geen uitleg verschuldigd over zijn keuze hieromtrent.

Zodra de rechter besluit om (toch) een zitting te bepalen, is het in principe de bedoeling om de rechtszaak versneld te behandelen (zie artikel 8:55b lid 3 en 8:52 Awb). Uiterlijk dertien weken na ontvangst van het beroep moet er dan een uitspraak zijn. Zo mogelijk, aldus de tekst van lid 3.

Bij een gang naar de rechter om een besluit van een bestuursorgaan af te dwingen, is de rechtzoekende dus afhankelijk van de procedurele keuzes van de rechtbank. Het kan zijn dat de rechtszoekende in zijn ogen pech heeft en lang moet wachten op een uitspraak in een (voor hem) evident geval. De enige tip die ik kan geven is om meteen bij het indienen van het beroep een goed onderbouwde voorzet te geven over een vlotte aanpak van de procedure.

Kan het extra lang moeten wachten op een besluit eventueel worden ‘opgelost’ via de weg van de overheidsaansprakelijkheid? Men zou kunnen denken dat het bestuursorgaan aansprakelijk is voor alle extra tijd die het duurt om uiteindelijk het besluit te nemen – de vertraging van een rechtsgang incluis. Helaas weten we sinds het standaardarrest ‘Eindhoven’ (Hoge Raad, 22 oktober 2010), dat er bijkomende omstandigheden moeten zijn om te komen tot aansprakelijkheid wegens niet tijdig beslissen. Daarvan is zeker niet zomaar sprake. Van belang kunnen zijn de mate waarin de beslistermijn is overschreden, de oorzaak van de overschrijding en de voor het bestuursorgaan kenbare belangen. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2010:BM7040

Als de Wet Dwangsom niet helpt om een besluit te krijgen en ook het aansprakelijkheidsrecht geen soelaas biedt, dan is er gelukkig nog de bestuursrechter. Eventueel geholpen door een beroepschrift met een gemotiveerd voorstel voor een snelle aanpak beseft de bestuursrechter hopelijk, dat hij als enige echt het verschil kan maken.

Michiel de Groote

(Photo by Rawpixel on Unsplash)

Terug