OPINIE: De Nieuwe Zaaksbehandeling; waar staat de bestuursrechter anno 2019?

Datum : 01.02.2019 09:50:55
Door : Michiel de Groote

OPINIE: De Nieuwe Zaaksbehandeling; waar staat de bestuursrechter anno 2019?

Inmiddels is bij de bestuursrechter grofweg zo’n tien jaar de zogenoemde Nieuwe Zaaksbehandeling in zwang. In hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn eertijds enkele procedurele mogelijkheden ingevoerd die de bestuursrechter wat meer ruimte geven. Denk aan de bestuurlijke lus, die kort gezegd inhoudt dat kleine gebreken aan een besluit gedurende de procedure kunnen worden weggepoetst. De Nieuwe Zaaksbehandeling staat ook voor een bepaalde aanpak van de zittingen zelf. Waar partijen vroeger om de beurt hun zegje konden doen aan de hand van een pleitnota en de rechter vervolgens vragen stelde, lijkt een zitting tegenwoordig meer op een soort interview dat wordt afgenomen door de rechter. Standaard wordt er gevraagd naar de achterliggende belangen van procespartijen. Op die manier kan worden bekeken of er misschien een oplossing mogelijk is. Maatwerk, finale geschillenbeslechting en actieve rechters zijn termen die echt passen bij de Nieuwe Zaaksbehandeling. Doorgaans staan rechtszoekenden overwegend positief tegenover deze methode. Voor zover mij bekend geldt dat ook voor advocaten/gemachtigden.

In het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB) is recent een publicatie verschenen van Prof. B. Marseille, W. Swinkels en H. de Jong over de stand van zaken (NTB 2018/73). De vraag was vooral in hoeverre bestuursrechters zelf de aanpak onder de Nieuwe Zaaksbehandeling in de praktijk brengen. Op beperkte schaal hebben de onderzoekers kwalitatief onderzoek verricht door het bijwonen van (enkelvoudige) zittingen bij drie verschillende bestuursrechtbanken. De onderzoekers hebben gekeken hoe de zittingen zijn verlopen, waarbij de waarnemingen zijn afgezet tegen de ‘Professionele standaarden van de bestuursrechter bij de rechtbanken.’ Daarin staan handvatten voor bestuursrechters over de aanpak van een zitting in de stijl van de Nieuwe Zaaksbehandeling. De Standaarden zijn landelijk door bestuursrechters zelf ontwikkeld in 2016-2017. Ze zijn openbaar en te vinden via deze link: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Professionele-standaarden-van-de-bestuursrechter-bij-de-rechtbanken.pdf

De bevindingen van de onderzoekers zijn naar mijn mening als opvallend te kwalificeren. Ik licht dat toe. In de publicatie in het NTB zijn veel waarnemingen feitelijk beschreven. Dat is zonder meer interessant om te lezen. Zo wordt bijvoorbeeld beschreven hoe de opening van een zitting vrij rommelig verloopt; niet volgens de ontwikkelde Standaarden. Een ander uitgeschreven voorbeeld is dat van door de rechter gecreëerde onduidelijkheid over het al dan niet mogen geven van een toelichting aan het begin van de zitting. Uiteindelijk is de (tweede) conclusie van de onderzoekers:

“De tweede is dat de professionele standaarden slechts in beperkte mate een voorspellende waarde hebben voor hoe de bestuursrechter op de zitting opereert. Op basis van onze observaties valt niet met zekerheid vast te stellen wat daarvan de reden is. Aangenomen kan worden dat het deels te maken heeft met een ‘niet kunnen’, deels met een ‘niet willen’. Dat indiceert dat aandacht nodig is voor training en selectie, om waar nodig het ‘kunnen’ op het gewenste peil te brengen. Voor wat betreft het ‘niet willen’ is van belang dat bestuursrechters het gesprek met elkaar blijven voeren over hoe zij zaken ter zitting willen aanpakken. Vrijblijvend kan dat gesprek wat ons betreft niet zijn. Omdat de professionele standaarden duidelijk zijn over hoe de rechter de zitting van start moet laten gaan en dat zij onderzoek moet doen naar de aard van het geschil, hebben rechters die op die punten niet ‘willen’, wel het een en ander aan hun collega’s uit te leggen.”

De Standaarden geven invulling aan de te volgen methode. De praktijk blijkt duidelijk weerbarstig. Naar ik begrijp moeten sommige bestuursrechters kennelijk echt aan de bak.

Op basis van eigen ervaringen hanteren of volgen de meeste bestuursrechters wel degelijk de Standaarden. Soms stoeit een rechter vrij zichtbaar met de aanpak. Tijdens een (veel te lange) zitting zag ik eens het cursusboek over zittingsvaardigheden op de hoek van de tafel van de bestuursrechter liggen. Maar het is helemaal niet erg dat er soms nog wat wordt geworsteld. Zeker niet omdat er over de aanpak van de zitting zelf en ook over het beproeven van een schikking goed te praten valt. Het wordt tegenwoordig geaccepteerd om als procespartij of gemachtigde de gang van zaken of werkwijze ter zitting te bespreken of te beïnvloeden. Dat is echt de verdienste van de Nieuwe Zaaksbehandeling. En van de rechters die daarin in meegaan.

Ik noem een recent voorbeeld ter illustratie. Begin januari speelde er een voorlopige voorziening over een handhavingskwestie. Nadat partijen conform de Standaarden waren bevraagd, hun zegje konden doen en een oplossing niet voorhanden bleek, wilde de rechter de behandeling sluiten. Op dat moment verzocht een van de partijen om een mondelinge uitspraak. De wederpartij ondersteunde dat voorstel. De bestuursrechter begreep het belang van het verzoek; er zou al dan niet een dwangsom verbeuren de dag na de zitting. Na enig overleg tussen rechter en griffier werd toegezegd om de dag na de zitting een kop-staart-uitspraak te versturen aan partijen. Dat is een uitspraak waarin enkel de uitkomst is opgenomen en de motivering ontbreekt. Die toezegging is men keurig nagekomen. Kortom, in deze zaak zijn de Standaarden vrij zorgvuldig gevolgd, waarbij er bovendien in overleg met partijen een op maat gemaakte manier voor het doen van een snelle uitspraak is gevonden. Dat doet denken aan punt 2.7 van de Standaarden (“De bestuursrechter doet een gemotiveerde, begrijpelijke uitspraak op een wijze die past bij de zaak.”).

Prof. Marseille c.s. zullen een punt hebben. Zij hebben immers empirisch onderzoek gedaan. Voor de rechters die het betreft: omarm de Standaarden en de Nieuwe Zaaksbehandeling! Het biedt rechtszoekenden veel voordeel ten opzichte van de oude tijden en het levert hen veelal een beter gevoel op na afloop van de zitting. Dat zegt iets over de legitimiteit van de bestuursrechter. Voor procespartijen en gemachtigden: durf te interveniëren tijdens de zitting als het nodig is! Ook dat is de Nieuwe Zaaksbehandeling.

Michiel de Groote

(Photo by ??? on Unsplash)

Zin in een hoogwaardige vaardigheidstraining over hoe je als vertegenwoordiger van een bestuursorgaan overtuigend kunt overkomen tijdens de zitting? Kijk dan eens naar deze cursus: https://www.segment.nl/cursuskalender/302/overtuigen-bij-de-bestuursrechter

 

Terug