Onbevoegde handhaving en grondrechten

Datum : 02.11.2018 13:56:11
Door : rene van Heerdt

In de gemeente Overbetuwe werd aan een aantal woonwagenbewoners een last onder bestuursdwang opgelegd om een stuk openbaar groen in Elst te ontruimen. Tegen dit besluit werd bezwaar gemaakt en gelijktijdig een voorlopige voorzieningsprocedure bij de bestuursrechter gestart. Op 23 oktober deed de voorzieningenrechter uitspraak (ECLI:NL:RBGEL:2018:4547). 
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2018:4547

De bewoners, die onder meer caravans hadden gestald op de groenstrook, zijn in het ongelijk gesteld. Zij zullen het perceel moeten ontruimen, wat kort na de uitspraak volgens de lokale media ook is gebeurd. 
https://www.gelderlander.nl/overbetuwe/protesterende-woonwagenbewoners-verruilen-grote-molenstraat-voor-grasveld-aan-de-groenestraat~a28efa58/

Interessant aan deze uitspraak is de discussie over al dan niet onbevoegd handhaven. De bevoegdheid tot handhaven behoort in dit geval niet bij de burgemeester. Dat is een bestuursorgaan dat onder meer is belast met handhaving van de openbare orde. Het ging hier evenwel om handhaving op grond van het bestemmingsplan. De groenstrook mocht volgens het bestemmingsplan louter als groenstrook worden gebruikt en niet voor bijvoorbeeld caravanstalling of bewoning. De handhavingsbevoegdheid lag daarmee bij het college van B&W, een ander bestuursorgaan binnen de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente. Het handhavingsbesluit was echter op naam gezet van (enkel) de burgemeester.

Tijdens de zitting is dan ook betoogd dat de gemeente onbevoegd aan het handhaven is geslagen. Op zich een terecht punt. Ware het niet dat een onbevoegd genomen besluit kan worden bekrachtigd door het bevoegde orgaan binnen de gemeente. Ook kan een dergelijk gebrek eenvoudig worden hersteld door een (later nog te nemen) besluit op het bezwaar worden ‘gerepareerd’. Het bleef dus bij een benauwd momentje op de zitting; de voorzieningenrechter wijst deze grond af.

Een tweede interessant punt aan deze uitspraak is nog, dat de overtreders zich beriepen op een grondrecht om aan ontruiming te ontkomen. Het zou gaan om een demonstratie. Dat is een grondrecht (art. 9, eerste lid Grondwet) en dat werd ten onrechte beperkt door de bestuursdwangtoepassing. Geprotesteerd werd tegen het uitblijven van voldoende standplaatsen voor woonwagenbewoners. Op andere plaatsen in Nederland zouden er vergelijkbare acties zijn en ook de pers was ingelicht. De opgelegde last is een feitelijke beperking van het demonstratierecht, aldus de overtreders. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee. Demonstreren mag, maar niet overal:

“Het feit dat dit grondrecht in het geding zou kunnen zijn, betekent nog niet dat het verbod om zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, ter zijde wordt gesteld.”

Demonstreren zonder te handelen in strijd met het bestemmingsplan is volgens de rechter ook mogelijk en hij geeft de tip mee om met de burgemeester in overleg te treden over de manier waarop het beste kan worden gedemonstreerd. Het grondrecht op demonstratie is een sterk recht, maar het zet geen regels over ruimtelijke ordening opzij.

Omdat legalisering van de overtreding niet mogelijk is en er verder geen sprake is van onevenredigheid bij handhaving, moet er dus gewoon aan de last onder bestuursdwang worden voldaan. Al krijgen de overtreders nog wel een dag of wat respijt van de rechter om de ontruiming te organiseren.

Michiel de Groote

(Photo by Blake Wisz on Unsplash)

Terug